Niet-concurrentiebeding in hoofde van zaakvoerders en bestuurders
Niet-concurrentiebeding in hoofde van zaakvoerders en bestuurders
Wat is een niet-concurrentiebeding?
Een niet-concurrentiebeding is een clausule in een overeenkomst waarbij een partij er zich toe verbindt om de andere partij tijdens de loop van de overeenkomst en/of na einde daarvan niet te beconcurreren.
In welke overeenkomsten wordt het beding gebruikt?
Een niet-concurrentiebeding treft men vaak in arbeidsovereenkomsten, agentuur- en distributieovereenkomsten, overnamecontracten en overeenkomsten tot overdracht van een handelszaak.
Wat met zaakvoerders en bestuurders?
Hoewel het niet uitdrukkelijk op papier staat, bestaat er ook in hoofde van zaakvoerders en bestuurders in een vennootschap een niet-concurrentieverplichting. Op elke zaakvoerder en bestuurder rust immers de plicht om zijn taak op een loyale manier uit te voeren.
Wat houdt de niet-concurrentieverplichting voor een zaakvoerder of een bestuurder concreet in?
In eerste instantie mogen zaakvoerders en bestuurders geen bestuursmandaten bekleden in een concurrerende vennootschap.
Voorts mogen ze ook niet zelf een concurrerende activiteit opstarten, noch persoonlijk, noch door aandeelhouder te worden in een andere vennootschap.
Ook na einde van het mandaat?
De niet-concurrentieplicht eindigt in principe zodra men geen zaakvoerders- of bestuurdersfunctie meer in de betrokken onderneming bekleedt. Het is echter mogelijk om ook na einde van het bestuurdersmandaat gedurende een bepaalde periode te verbieden dat de ex-zaakvoerder of ex-bestuurder een concurrerende activiteit zou uitoefenen. Dit is bv. aangewezen ingeval het bestaande cliënteel van de vennootschap nauw contact had met de gewezen zaakvoerder of bestuurder, zodat er een kans bestaat dat het cliënteel na vertrek van de zaakvoerder of bestuurder deze zou volgen.
Een concurrentieverbod na einde mandaat dient (in tegenstelling tot het concurrentieverbod tijdens de uitoefening van de bestuursfunctie) uitdrukkelijk te worden overeengekomen.
Wat bij niet-naleving?
Op welke manier kan de onderneming ervoor zorgen dat het concurrentieverbod effectief zou worden nageleefd?
Tijdens de duur van het mandaat kan de zaakvoerder of de bestuurder die zich niet aan dit verbod houdt, door de algemene vergadering worden ontslagen.
Tevens kan de zaakvoerder of bestuurder door de rechtbank worden veroordeeld tot de betaling van een schadevergoeding of tot een stopzetting van de concurrerende activiteit. De laatste twee sancties zijn ook van toepassing bij overtreding van het concurrentieverbod na het einde van het bestuursmandaat.
Is elk niet-concurrentiebeding geldig en afdwingbaar?
Het antwoord is eenvoudig: nee. Elk niet-concurrentiebeding moet voldoen aan een aantal voorwaarden. Is dit niet het geval, dan wordt het als niet-bestaand beschouwd en kan het niet worden afgedwongen. Vandaar dat de redactie van een niet-concurrentiebeding zorgvuldig en met kennis van zaken moet gebeuren.
