18 feb

Magnesium is een belangrijke sleutel in de relatie tussen voeding en depressie

Magnesium belangrijke sleutel in de relatie tussen voeding en depressie

Een recente Amerikaans klinische studie, gepubliceerd in magazine ‘PLOS One’, wees uit dat goed opneembare magnesium efficiënt ingezet kan worden in de (complementaire) behandeling van milde tot matige depressie. Een interessante bevinding, zeker in het licht van het feit dat depressie epidemische vormen aanneemt. Depressie treft wereldwijd maar liefst 350 miljoen mensen. Voorspeld wordt dat tegen 2030 behandeling van depressie één van de grootste happen zal zijn uit het budget van de gezondheidszorg. Zorgverstrekkers worden bewust van de noodzaak van comple-mentaire behandelingen daar men vaak te weinig resultaten ziet bij het inzetten van klassieke anti-depressiva zoals SSRI’s. Bovendien tekent men vaak ongewenste bijwerkingen op van het gebruik van antidepressiva. Gewelddadig gedrag is daar slechts één van.

Desbetreffende studie werd uitgevoerd over een periode van 12 weken. Hierbij werden 126 patiën-ten met een gemiddelde leeftijd van 52 jaar betrokken. Elke patiënt werd willekeurig toegewezen aan één van de twee groepen. De eerste groep ontving de magnesiumsupplementen gedurende een periode van 6 weken, terwijl de tweede groep gedurende deze periode geen behandeling kreeg. Gedurende de volgende 6 weken werden de rollen van de twee groepen omgekeerd, waarbij de tweede groep de voedingsaanvulling kreeg.

“Dagelijkse voedingsaanvulling met 248 mg elementair magnesium leidt tot een significante afname van depressie- en angstsymptomen”

Het onderzoeksteam toonde aan dat dagelijkse suppletie met 248 mg elementair magnesium tot een significante afname van depressie- en angstsymptomen leidt, ongeacht de leeftijd, het geslacht of het gebruik van antidepressiva. Opvallend was het resultaat dat de magnesiumsuppletie relatief snel positieve resultaten gaf. Al binnen de twee weken werden de resultaten zichtbaar. De resultaten bleven stabiel naarmate de behandeling vorderde in tijd.
Redactionele opmerking
De antidepressieve werking van magnesium is nog niet éénduidig verklaard. Wel weten we dat magnesium een cofactor is bij de aanmaak van neurotransmitters als serotonine. Het bevordert de omzetting van 5-hydroxy-tryptofaan naar serotonine. Daarnaast speelt magnesium een rol in vele biochemische hoofdroutes. De prostaglandinesynthese met magnesium als cofactor is onder meer van belang in het licht van depressiepreventie en (complementaire) behandeling. Belangrijk in dit verhaal is dat magnesium fungeert als calciumantagonist. Magnesium zorgt dat calcium uit de (zenuw)cel wordt weggehaald waardoor de signaaloverdracht tussen synapsen beter gereguleerd wordt. Een belangrijke bijdrage leveren ook B-vitamines en taurine. Deze stoffen maken de natuurlijke angstremmer GABA vrij uit glutamaat. Te veel glutamaat uit voedingsadditieven verstoort overigens het glutamaat-GABA-evenwicht.
Nutritionele tekorten liggen vaak ten grondslag aan depressie. Niet enkel magnesium, maar ook tekorten aan B-vitamines en essentiële vetzuren als EPA en DHA kunnen bijdragen aan stemmingsstoornissen. Inmiddels is aangetoond dat suppletie met deze voedingsstoffen depressie gunstig beïn-vloedt.
Betere resultaten
Opvallend is ook dat behandeling met klassieke antidepressiva vaak betere resultaten geeft indien aanvullend magnesium wordt genomen. Magnesiumsuppletie kan bijgevolg een lagere dosering van antidepressiva mogelijk maken. Daardoor treden er vaak ook minder neveneffecten op.
Merk ook op dat magnesiumwaarden in plasma vaak normaal zijn, niettegenstaande er te weinig magnesium intracellulair aanwezig is. Volbloedanalyse is dus aangewezen indien de patiënt een adequaat beeld wil krijgen. Magnesiumsuppletie biedt een veilige, snelle en goedkope benadering voor het beheersen van depressieve symptomen. De meeste patiënten die verbetering ervaren, doen dit binnen twee weken na het starten van goed opneembaar magnesium.
Referentie
Edwin